Quantum Leap door Sophie
Een brief over geven, geluk en bewustzijn.
De lezer wordt erop gewezen dat dit een originele brief is. Hij is niet geschreven om gepubliceerd te worden, hij is niet bewerkt, hij beoogt niet volledig te zijn, noch heb ik de meer persoonlijke opmerkingen verwijderd. Het is geen perfect Nederlands en evenmin georganiseerd als een leerboek. Het volgt een opzet die specifiek gemaakt is om een vriend te antwoorden. Ik heb de naam alleen veranderd om redenen van privacy. De reden voor publicatie is simpelweg dat ik me bewust werd van het feit dat deze brief en andere brieven circuleerden door verzoeken om uitwerking en verduidelijking. Door publicatie, met toestemming van de ontvangers, hoop ik aan de vraag naar meer informatie te hebben voldaan.
Als je wilt, kun je hier fragmenten uit de brief lezen.
Hallo Baadaye,
Hartelijk dank voor je vriendelijke brief en je vragen. Het is bijna elf jaar geleden dat we samenwerkten, en ik hoop dat het je goed gaat. Als ik je goed begrijp kwam je impuls om mij te schrijven voort uit het lezen van mijn brief aan Heke Mai, hoewel ik geen idee heb hoe deze brief in je bezit is gekomen. Ik neem aan dat je vragen gebaseerd zijn op het resultaat van je onderzoek naar nieuwe ideeën en initiatieven en hun invloed op menselijk gedrag.
Hoe is het mogelijk dat er zoveel boeken, video’s en podcasts zijn, dat er zoveel wijsheid en kennis is, dat er zoveel initiatieven en goede wil zijn, maar dat toch de kern van de zaak en de grondoorzaak van wat er met en op onze planeet gebeurt nauwelijks aan bod komt? In de meeste initiatieven, zo schrijf je, bespeur je een eerlijke weg vooruit binnen de al bestaande ideeën of initiatieven, maar zelden gaat het om het begrijpen van wat eronder ligt of het grotere geheel. Daarom, concludeer je, veranderen we en passen we ons aan, maar transformeren we niet. Onze huidige aanpak, brengt het beste en mooiste van onze innovatie- en veranderingscapaciteiten naar boven, maar raakt zelden de onderliggende oorzaak of het hele systeem. Door de fundamentele houding ten opzichte van de uitdagingen in de wereld niet is veranderd, zullen de problemen zich opstapelen, voorspel je.
Aan het eind van je brief heb je drie vragen geformuleerd.
Ik ben op zoek naar de juiste toon in mijn antwoord. Ik ben geen aanhanger van het positivisme en andere levensopvattingen die de huidige wetenschappelijke en technologische filosofie hebben doen ontstaan. Maar dat is niet vanwege de wetenschap en de technologie, maar vanwege de onderliggende veronderstelling dat wij slimmer zijn dan de natuur en het leven naar onze hand kunnen zetten, in plaats van de natuur te begrijpen en met het leven samen te werken. Je geeft het voorbeeld van pesticiden, waarbij geen van de mensen die je interviewde het gebruik van pesticiden in twijfel trok, maar hun onderzoek zich richtte op producten met minder bijwerkingen. Er werd niet eens een kleine stap gezet om de huidige aanpak van de landbouw in twijfel te trekken. Het werd als vanzelfsprekend beschouwd dat we op de goede weg waren vanwege de resultaten, gemeten in opbrengst. Het effect van de huidige manier van landbouw bedrijven op de rest van de natuur of de toekomst van bijvoorbeeld onze grondwaterkwaliteit, werd gezien als een probleem waar we later mee om moesten gaan, maar dat niet echt serieus werd genomen. Je was geschokt door het onvermogen tot zelfreflectie.
Om eerlijk te zijn is je verslag doordrenkt met soortgelijke voorbeelden. Het kost nu eenmaal moeite om een toekomst te voorzien voorbij een geloofssysteem, vooral als je je niet bewust bent van het feit dat je wereldbeeld gebaseerd is op een dieperliggende reeks overtuigingen.
De meeste oplossingen die uit je onderzoek naar voren kwamen zijn gebaseerd op technologische en wetenschappelijke vooruitzichten, die zeker een rol zullen spelen in de toekomst van de mensheid, maar niet wezenlijk zijn. Stappen voorwaarts geïnspireerd door hetzelfde wereldbeeld dat de problemen in de eerste plaats heeft gecreëerd, zijn niet in staat de huidige vraagstukken fundamenteel aan te pakken. Het vereist het vermogen en de bereidheid om de problemen te zien als indicatoren van de beperking van je wereldbeeld en niet als de beperking van een specifiek product of ontwerp. Onze intelligentie is gewoonlijk te veel bezig met de zaak waar het om gaat om verder en dieper te kijken.
Ik kan niet veel zeggen over wat jij spiritueel noemt. Deels natuurlijk omdat wat je beschrijft je persoonlijke overtuiging is. Deels ook omdat het zielenleven voor mij een reactie is op en niet hetzelfde als het spirituele leven. Ik sluit mijn ogen niet voor wat er in de wereld gebeurt, maar ik zie het vooral als het effect van onze eigen benadering van het leven, die zoals je zegt wellicht weinig spiritueel, maar wat mij betreft gewoon niet erg fijnzinnig is. Het talent om de subtiele zaden van een toekomstige opening waar te nemen (gewillig, mooi en sterk), te midden van al het luidruchtige leven van ons technische tijdperk, komt voort uit een levendige verbinding met de aarde. Ik oefen dat elke dag, zodat ik niet alleen de oppervlakkige dagelijkse gebeurtenissen kan zien, maar juist wat de wereld ons probeert te vertellen. Wat proberen alle moeilijke en problematische dingen in de wereld ons te vertellen over de samenwerking van de mens en onze planeet? In welke richting wijzen de mooie en goede dingen in de wereld? Wat is er voor ons te zien? Hoe dragen wij bij aan de toekomst?
Ik bespeur een ondertoon van pessimisme in je brief die veeleer een observatie is van de ondertoon in de wereld en niet zozeer een persoonlijke emotie. Voor mij is dit een teken dat we de grenzen van ons huidige wereldbeeld hebben bereikt. Ik heb sterk het gevoel dat, tenzij we de gebreken in onze levenshouding en de aard van de mens ontdekken en benoemen, we in dezelfde cirkel zullen blijven rondgaan. Met alle zeer voorspelbare moeilijkheden die ontstaan als je, zonder dat je het beseft, je in een zelfgemaakt labyrint bevindt. Jonge mensen die zich bewust zijn het maatschappelijk cirkel gedrag vertonen vaak de symptomen van pessimisme, wanhoop en hulpeloosheid, die zelden worden herkend als waarnemingen van de werkelijkheid, maar meestal worden gezien als persoonlijke psychologische problemen. Die ervaringen zijn nauwkeurige signalen van de toestand van onze samenleving.
Transformatie begint als we deze symptomen serieus nemen als indicatoren die aangeven dat we uit onze patronen dienen te stappen, in plaats van de zeer positivistische aanpak van symptoombestrijding. Door alleen de symptomen trachten te bestrijden, geven wij de impliciete boodschap af aan mensen die deze symptomen ondergaan dat zij niet gezond zijn, maar onze samenleving, onze kijk op het leven wel. Pessimisme is een veel realistischer kijk op onze wereld dan het optimisme dat zo rijkelijk voortkomt in de voorbeelden in je studie. Ik schrijf niet over de emotie van pessimisme; ik schrijf over de waarneming van pessimisme, die eenvoudigweg een signaal is dat je een verkeerde afslag hebt genomen en je in een doodlopende straat zit.
Een “negatieve of verkeerde” emotie is meestal een juiste constatering. Maar in ons huidige wereldbeeld, dat niet zo op zijn eigen ondertoon is gesteld, heeft de neiging het negatieve in de reacties als onwenselijk en als probleem te duiden. Wanneer de reacties negatief zijn, afwijzend, ontkennend en zelf agressief, kunnen we ervan uitgaan dat er iets ontbreekt om in evenwicht te kunnen zijn. Wat ontbreekt ligt altijd dieper dan de inhoud van de reactie en vraagt dus niet om een reactie op de reactie, maar om een begrip wat er nu eigenlijk ten grondslag aan de reactie ligt en dat is vrijwel altijd een tekort.
In staat zijn om al die negatieve ervaringen van mens en natuur in de wereld te zien als signalen om onze benadering van het leven te veranderen, in plaats van als problemen die we moeten oplossen om de wereld goed te maken, is een heel praktische houding die effectiever bijdraagt aan een andere toekomst. Ook veel effectiever dan waarnemingen te classificeren als persoonlijke problemen.
Aangezien wij verschillende keren hebben samengewerkt en ik mij bewust ben geworden van je capaciteiten, heb ik ervoor gekozen niet te veel uit te weiden of uit te leggen, maar gewoon mijn eigen weg te volgen in een poging je te antwoorden.
Tijdens het praten en schrijven heb ik de neiging om de snelle weg en de helicopterview te nemen. Daarom zullen details en veel voorbeelden geen deel uitmaken van mijn antwoord, omdat deze dingen in het schrijven de neiging hebben het denk- en voelvermogen te verminderen. Voorbeelden en verhalen geven de indruk van een beter begrip, maar door de jaren heen heb ik gemerkt dat ze maar al te vaak een inactieve of overactieve toestand oproepen, die zelden duurzaam is.
Geven en ontvangen
Het antwoord op je eerste vraag waarom mensen bijna nooit de grondoorzaak zoeken maar bijna altijd voor de meer oppervlakkige oorzaak gaan, is dat ze niet (genoeg) verbonden zijn met hun eigen grondoorzaak. Ze zien zichzelf als oppervlakkig, willekeurig, een product van evolutie en kind van God, de volgeling van een filosofie, een onderdaan, een burger, een consument, als probleem enzovoort. Maar niet als een wezen met diepte en uniciteit. Ik schrijf zij, maar het is beter om wij te schrijven, omdat we allemaal zulke momenten kennen.
Het is gewoon onze gebruikelijke redenering geworden om ons bestaan uit te leggen binnen de heersende geloofssystemen over de oorsprong van het leven: evolutionair, religieus of filosofisch.
Ik heb geen bezwaar tegen die opvattingen of overtuigingen als verduidelijking voor ons gedrag, zolang we ons maar bewust zijn van het verschil tussen de ervaring van bestaan en de verklaring van bestaan.
Voor mij werd het onbegrip van dit verschil door Descartes uitgedrukt bij de opkomst van het meesterschap van onze intelligentie. Het was tegelijkertijd de ondergang van onze duidelijke verbondenheid met het geheel van het levende systeem (of God zo je wil) en met onszelf als waardevol en integraal onderdeel van dat levende systeem. De stoutmoedigheid van zo’n gewaagde uitspraak verdient niets dan lof, want de intelligente verklaring van ons bestaan als een manier van leven, heeft ons veel gegeven. Het heeft ons ook veel afgenomen. Het probleem is dat de verklaring of uitleg van dingen op zich een gevolg is en geen oorzaak. Wanneer we iets weten betekent nog niet dat we het kennen.
Door op deze manier gevolgen te verwarren met oorzaken betekent dat we de verbinding met de grondoorzaak verloren hebben en deze ook maar moeilijk kunnen herkennen.
In dit geval geeft uitleg van ons zijn voor bewustzijn van zijn een heel andere benadering van de dagelijkse werkelijkheid het leven en ons.
We zijn ons er meestal niet van bewust waarom we hier zijn; we bezien ons bestaan vanuit een bepaalde kijk op het leven, een filosofie en dat is het. Dat die kijk of filosofie een gevolg is, zijn we eigenlijk vergeten.
Het is op zich niet verkeerd, maar het betekent wel dat we niet getraind zijn, of onszelf getraind hebben om te werken met grondoorzaken. Het vermogen om met onderliggende oorzaken te werken komt voort uit het zien van onze eigen individuele bewuste waarnemingen als even geldig als de intelligente wetenschappelijke feiten. Als bewuste waarnemingen worden gezien als subjectief en in het huidige onderwijs minder waardevol, is het veel moeilijker een weg te vinden naar onze eigen creativiteit en die van de wereld. Bewuste individuele waarnemingen zijn volstrekt niet te vergelijken met intelligente subjectieve waarnemingen.
Mensen worden tegenwoordig opgeleid om het bestaan te zien als een oorzaak-en-gevolg, in plaats van als een grondoorzaak. Verbinding maken met de grondoorzaken is een heel andere discipline, die een heel andere aanpak vereist die verder gaat dan de capaciteit van onze intelligentie, van ons denken en voelen. Als je je de discipline van het verbinden met grondoorzaken niet eigen hebt gemaakt, zul je je nooit bewust worden van de werkelijke aard der dingen. Wat in organisatorische termen betekent dat je wel kunt veranderen en innoveren, maar niet kunt transformeren of een metamorfose mogelijk kunt maken.
Het gaat hier niet om de woorden, maar om het vermogen om de wereld en de mens op een blijvende en bijdragende manier effectief te beïnvloeden, waarvoor we de aard of de grondoorzaak van iets waarmee we werken moeten begrijpen. Anders blijven we eindeloos bezig met de symptomen, de resultaten. Voor het kunnen waarnemen van grondoorzaken hebben we de vaardigheden van ons bewustzijn nodig.
In de loop der jaren ben ik de aard van onze planeet en waarschijnlijk van het universum gaan zien als gevend.
Overal waar ik mensen in de wereld ontmoette, vonden zij in overgrote meerderheid het diepste gevoel van zijn in het bijdragen aan het levende, op elkaar inwerkende systeem van de wereld en in het geven aan anderen. Geven brengt het allerbeste in mensen naar boven.
Nemen, hebben en gebruiken lijkt altijd het soort gedrag teweeg te brengen dat het leven zelf beperkt, vernauwt en vermindert. Om het hebben en nemen in stand te houden, moeten onnatuurlijke gebruiksstructuren en grenzen worden opgeworpen, om de dingen in een bijna statische toestand te houden.
Mijn bezit, mijn land, mijn bedrijf, mijn ideeën, mijn dingen als beschrijving van hebben en houden in plaats van verantwoordelijk zijn voor en delen, komt voort uit het feit dat je je niet bewust bent dat het je gegeven is. Het vermogen om te beseffen en te ontvangen dat het leven ons is gegeven en gegeven wordt door de aarde is door wortel van geven en bijdragen.
Mensen die nog kunnen ervaren dat het leven hun gegeven is, zorgen van nature voor zichzelf, hun geliefden en de wereld om hen heen. Zorgen voor jezelf is iets heel anders dan zorgen voor een ander, want dat laatste is naar buiten gericht.
Geven is gebaseerd op bewustzijn van wat buiten mij is: Ik doe iets dat van mij komt, maar niet naar mij verwijst. Als ik daarentegen nog steeds bezig ben met wat ik zou kunnen krijgen als ik geef, ben ik nog steeds aan het nemen.
Ik kan niet geven als ik met mezelf bezig ben. Als ik geef, ben ik gericht op de ander, de wereld. Het heeft niets met mij te maken en toch heeft het alles met mij te maken omdat ik de handeling van het geven verricht. Maar mijn bewustzijn ligt in wat, waar en hoe ik geef en de meest nauwkeurige manier om te geven. Een gever gebruikt alles wat hij heeft en is, om bij te dragen aan de ander.
Het geven levert drie resultaten op: Leven, identiteit en toekomst. Als levend wezen heb ik die drie basisbeginselen meegekregen, om in mijn leven mijn specifieke manier te leren toepassen.
En om een goede gever te worden hoef ik me er alleen maar van bewust te zijn dat het leven, de identiteit en de toekomst aan mij is gegeven. Door de aard van deze gaven word ik me bewust van hen die gaven. En aangezien echt geven het bijdragen is van alles wat we hebben, moeten zij die gegeven hebben, of het nu de wereld, mijn ouders, mijn vrienden, de makers van de wereld zijn, hun leven, hun identiteit en hun toekomst aan ons hebben gegeven en nog steeds geven.
Voor mij is scheppen geven en evolueren voortdurend geven. Als ik alleen maar neem en gebruik zonder enige verbinding, zonder enig besef dat het mij gegeven is, draag ik niet bij aan het leven, de identiteit en de toekomst van anderen. Hoe vreemd het ook lijkt als we kijken naar de huidige toestand in de wereld, geven, zo goed mogelijk bijdragen is nog steeds de overheersende houding van de meerderheid van de mensen.
Dit is geen brief over filosofie, religie, spiritualiteit, wetenschap, altruïsme of politiek. Ik beschrijf de diepste aard van de wereld waarin we leven. Als je de aard van iets begrijpt, kun je gemakkelijk een weg vooruit vinden. Het is niet erg moeilijk om je de praktische toepassingen voor te stellen van een wereld die georganiseerd is op basis van geven. Het is een praktisch vermogen, met de kracht om te transformeren, zichtbaar in de enorme kracht van het geven, maar ook in de vernietigende kracht als we niet geven.
Het gaat ook niet om goed of slecht, dat kan er een onderdeel van worden, maar ik heb het gewoon over wat werkt en wat niet. De wereld, de natuur en andere mensen gebruiken voor je eigen voordeel, of voor het voordeel van iets abstracts als bedrijf of land is niet duurzaam. Voor mij hebben degenen die iets hebben gemaakt of veroorzaakt dat niet duurzaam is, de verbinding met de realiteit van het geven verloren en creëren daardoor ook problemen en herhalende problemen die tot rampen leiden. Wanneer we slechts nemen zijn we ook niet langer in staat de vaardigheden en het bewustzijn te gebruiken die door het vermogen om te geven zijn ontwikkeld.
Het is mijn ervaring, zowel bij mezelf als bij de mensen die ik heb ontmoet, dat onze ingebouwde wil om bij te dragen ons nooit verlaat, maar wordt vergeten, ondergedompeld, door te veel gebruiken, hebben en willen.
Geven is een zeer precieze en diepgaande activiteit waarbij informatie moet worden verkregen over zowel de eigenheid van de persoon, de organisatie of de situatie als hun verbinding met en invloed op het levende systeem van de sociale en natuurlijke wereld.
In de huidige staat van de wereld is het ook niet gemakkelijk om te geven, omdat er zoveel genomen, gebruikt en verkregen wordt, dat de meesten van ons vaak in egoïsme worden gedwongen door het gebrek aan leven, identiteit en toekomst.
Ik heb mijn verbinding met de grondoorzaak van het zijn gevonden door te praten, te lezen, te ontmoeten, te onderzoeken en te werken met andere mensen die een unieke verbinding hebben met de grondoorzaak van het zijn. Je kunt gemakkelijk het verschil zien tussen een grondoorzaak- en een oorzaak-en-gevolg-verbinding met de wereld. Oorzaakverbindingen openen je geest en hart, stimuleren je activiteiten en eren je uniciteit, geven wat ze kunnen geven en nodigen je uit om te zijn. Oorzaak- en gevolgverbindingen vereisen een strengere focus en aanpassing, mijn handelen wordt bepaald door het doel en niet door mij.
Het wordt vervelend wanneer oorzaak en gevolg als oorzaak wordt gezien of voorgesteld: dan wordt het beperkend en dwingend, en zal ik me moeten aanpassen, compenseren en verminderen. Mensen worden meestal in zo’n staat van zijn gedwongen door gebrek aan basisbehoeften of door het voorspellen of dreigen van een tekort aan basisbehoeften of door sprookjes dat het in de toekomst beter zal worden. Zo werkt machtsmisbruik. Verreweg de meeste van onze interventies om iets te veranderen zijn gebaseerd op een oorzaak-en-gevolg aanpak.
Er gebeuren verschillende dingen als we onze individuele verbinding met de diepste eigenheid van de wereld verliezen. Als we de werkingen en invloeden van het geven niet meer kunnen waarnemen, zullen we onze toevlucht moeten nemen tot allerlei andere verklaringen die ons bestaan en gedrag rechtvaardigen. Ons perspectief op het leven, andere mensen en onszelf verandert drastisch door de gebruikers houding, ik noem er een aantal:
- Aangezien we niet gemaakt zijn om te nemen en te gebruiken, schept het alleen maar toekomsten die we niet voorzien hadden. We zijn niet gemaakt om te hebben; het veroorzaakt problemen in onszelf en de wereld om ons heen. Het maakt ons geen betere mensen.
- Nemen, gebruiken en hebben neemt, gebruikt en heeft ons ook: heeft het de neiging een aandacht opeisende en verslavende gewoonte te worden.
- Het creëert een samenleving die vooral gedreven wordt door eisen en verplichtingen: verplichte activiteit draagt niet bij. We worden tot activiteit gedwongen door verschillende filosofieën of religies, door problemen die we moeten oplossen, maar vooral door het feit en het idee dat we onze basisbehoeften moeten verdienen in plaats van dat het ons gegeven is. Daar maken anderen gebruik van.
- De hele bijdragende natuur van planten, dieren en mensen wordt plotseling gezien als een oefening in overleven.
- De onderlinge verbondenheid en samenhang van het leven op onze planeet wordt gezien als gebaseerd op willekeurig toeval of als een heilig vaststaand plan.
- Het leven wordt de vervulling van behoeften: De richting van de organisatie van onze samenlevingen zal gebaseerd zijn op het voorzien in die behoeften.
Het belangrijkste: Als we dan niet meer kunnen ervaren dat het ons gegeven wordt, kijken we niet meer naar buiten om te ontvangen, maar kijken we naar buiten om te zien wat we nodig hebben, omdat we middelen moeten vinden om te leven of zoals we het later noemden, om te overleven.
We kijken naar buiten om te vinden wat we zoeken, niet om te zien wat er is. Het betekent dat onze waarneming activiteit is veranderd van ontvangen naar nemen.
Vanwege ons onvermogen om de diepere aard van onszelf te ervaren, zijn we in ons dagelijks leven, in commerciële en sociale instellingen, in onderwijs en opvoeding en in onze huidige culturele beeldvorming vooral bezig en gedwongen om ons op onszelf te richten. Het maakt niet uit wat mensen of instellingen of onderwijs of onze culturele gewoonten verkondigen, ik heb waargenomen dat de dingen meestal beginnen met een focus op onszelf: onze behoeften en wensen, onze doelen, onze toestand, onze emoties of gedachten, onze perceptie. In de besluitvorming overheerst persoonlijk, institutioneel of geloofssysteem egoïsme.
Het is duidelijk dat er mensen zijn die geobsedeerd zijn door hebben en nemen, die zich zo ver van hun essentie hebben verwijderd dat zijzelf het centrum van hun wezen zijn geworden. Een neiging die zeer verslavend is en zonder uitzondering onvrede schept en daaruit hardheid en kwaadaardigheid voortbrengt.
Maar ik schrijf hier gewoon over de ingesleten gewoonte die we allemaal hebben, om eerst naar onszelf te kijken als we niet verbonden zijn met onze grondoorzaak. Let wel, we zijn beter in geven, maar in onze huidige kijk op het leven speelt dat slechts een rol op de achtergrond.
Genieten en geluk
Waarom zijn mensen meestal bezig met zelfs geobsedeerd door de zoektocht naar geluk en welzijn?
Omdat ze genot en welzijn met geluk en zijn verwarren.
Je verwijst naar de commercials in de klassieke media en de meeste berichten op LinkedIn of andere sociale media. Het daar getoonde geluk is voornamelijk gericht op het bereiken van doelen waarbij we vervulling, bevrediging of tevredenheid en het even samen fijn hebben ervaren. Deze ervaringen zijn veelal de maatstaf van succes of vooruitgang geworden. En vaak het doel van de dingen die we doen. Op onszelf gericht. Een gevoel dat we krijgen wanneer we fysiek, emotioneel en mentaal bevredigd worden.
Eigenbelang of egocentrisme zijn op zich geen slechte zaak, maar ze kunnen ons alleen de voldoening en het plezier van het vervulling deel van het leven brengen, nooit het geluk deel. Hoewel tevredenheid en geluk inwisselbaar en met elkaar verweven lijken, zijn ze van heel verschillende aard.
Tevredenheid en bevrediging zijn tijdelijk, kan slechts een kortstondige ervaring van vervulling teweegbrengen en moet voortdurend worden vernieuwd.
Geluk komt niet voort uit de vervulling van mijn behoeften en wensen. Geluk is ons bewustzijn van een verbinding met het zijn, met onze oorsprong. Geluk wordt geboren in de daad van het bijdragen, in de oriëntatie van wat bij te dragen aan anderen, aan de wereld, aan alles wat buiten mijzelf is. De ervaring die dit oplevert is meer een waarneming van verbondenheid met het bestaan dan een gevoel van vervulling of blijdschap en het wordt een constante wanneer ik verbonden ben met mijn grondoorzaak.
Tevredenheid is de maatstaf voor onze basisbehoeften, die ons vertelt wanneer we genoeg hebben gehad, wanneer we voldaan zijn. Het is een aangeboren maat die verder wordt getraind door het vermogen te ervaren en te begrijpen wat ons wordt gegeven. Als het goed ontwikkeld is, is het nooit egoïstisch of egocentrisch, maar is het in staat te aanvaarden en te werken met wat het leven biedt. Als ik gebruik maak van voedsel, warmte, evenwicht met mijn omgeving, sociaal leven, waardering en het vermogen om te leren en te ontwikkelen op de passende en unieke manier die de aarde voor mij heeft gemaakt, eer ik het geschenk van het leven. Wat is het eren van het geschenk van het leven: het is ontvangen wat mij door anderen wordt gegeven en aan anderen geven wat ik zie dat zij kunnen ontvangen.
Dat is de gezonde situatie, die in de realiteit van het dagelijks leven van de meeste mensen totaal niet wordt weerspiegeld. Handelen op basis van wat mij is gegeven is handelen op basis van wat ik nodig heb geworden. Als de levensbehoeften mij niet meer gegeven worden, heb ik ze nodig. Dan zijn basisbehoeften niet langer gratis, maar worden ze een verplichting en voor veel mensen een last om te vervullen. En daarom is wat mij niet meer gegeven wordt, iets wat ik nodig heb. Ik word afhankelijk van anderen in plaats van verbonden met anderen. Eigenlijk zou het woord basisbehoeften vervangen dienen te worden door basisgegeven. Dat zou onze kijk op de wereld kunnen veranderen.
De voorwaarde voor het leven is een specifieke en dus kwetsbare verbinding met de mogelijkheden van onze planeet. Mijn relatie tot dat delicate evenwicht wordt verstoord als we de maatstaf van tevredenheid, die mijn persoonlijke voldoening nastreeft heeft, gebruiken als maatstaf voor geluk, waarin het gaat om de ander. Geluk wordt dan ons persoonlijke doel. Maar we kunnen geen geluk ervaren in persoonlijke doelen van vervulling en voldoening. Hoe veel we ook zullen bezitten, bereiken, genieten, het blijft alles van tijdelijke aard. En omdat we eigenlijk gelukkig willen worden gaan we meestal meer genieten, bezitten en willen we meer bereiken en zijn we vervolgens verbaasd over het effect op de wereld om ons heen, waar het streven naar geluk door bevrediging en vervulling nu eenmaal betekent dat er ergens in het systeem tekorten en misbruik ontstaat.
Dit is het gevolg van ons onvermogen te erkennen dat de wereld ons is gegeven om in al onze basisbehoeften te voorzien. Meer basisbehoeften willen bezitten dan we nodig hebben en de houding die dat oplevert, komen meestal voort uit een verkeerd begrip van de essentie van geluk.
Dit is geen argument om ervoor te zorgen dat we allemaal hetzelfde nodig hebben. Integendeel, dat is een uitvinding van dezelfde verwarring tussen de ervaringen van welzijn en zijn. Als ik in balans ben met de aard van onze wereld, vertrouw ik erop dat ik ontvang wat ik nodig heb om te kunnen geven. Het is voor iedereen anders.
Als we geluk zoeken in basisbehoeften, verlangen we allemaal hetzelfde en verliezen we ons uniek evenwicht en onze eigen maatstaf.
Meer hebben dan we nodig hebben is ook erg moeilijk om uit te stappen. We zitten dan gevangen in zo’n cirkel van eigenbelang, niet in staat om te zoeken naar wat we aan de wereld kunnen bijdragen zonder er iets voor terug te krijgen. Het resultaat is dat we nooit gelukkig zullen zijn, maar altijd op zoek naar geluk, verslaafd aan geluk met behulp van de manieren en middelen van bevrediging. Ons ervaring van het bestaan is vervangen door onze drang naar bevrediging en vervulling.
Ik zou willen stellen dat de meeste problemen die wij vandaag in de wereld ondervinden, te wijten zijn aan het feit dat de dingen die wij hebben ontwikkeld geen basis hebben in de grond van ons zijn, van ons bestaan. We hebben op zo’n moment de ervaring van een verbinding die het zeer complexe en onderling verbonden zijn van onze planeet begrijpt en ermee samenwerkt, verloren
Wat betekent dat: het geeft aan dat onze acties, onze uitvindingen, onze activiteiten om iedereen van stevige basisbehoeften te voorzien, een verbinding missen met het hele levende, geïntegreerde systeem van de wereld. Er is geen “heelheid” intelligentie. We zijn niet in staat geweest om met de natuur, in onze samenleving en met onze technieken zo samen te werken dat we bijdragen aan al het leven. We hebben van de aarde, de natuur en de mensen genomen om een wereld te creëren waarin we geluk willen vinden door het vergroten van onze tevredenheid. Wat betekent dat ik de eerste ben en de ander de tweede, duidelijk het tegenovergestelde van de bedoeling van de aarde. En dit soort “geluk” streven, gaat niet alleen over voedsel, maar ook over werk, familie, kennis, relaties, prestaties, macht en bezit.
Laten we even eerlijk zijn en kijken wat we hebben gedaan met onze aanpak van hebben, nemen en willen bevredigen. Het heeft bijna het tegenovergestelde van geluk en welzijn gecreëerd: een instabiele cultuur, mensen die vooral bezig zijn om zichzelf tevreden te stellen, of gedwongen in een eindeloze strijd om te overleven, waarbij de natuur in gevaar wordt gebracht. En de onhebbelijke gewoonte om dit dan ook te benoemen als de onontkoombare realiteit.
Nemen en gebruiken om een staat van geluk te creëren werkt gewoon niet. Door ons niet meer bewust te zijn van onze gevende oorsprong, nemen we de kern weg van waarom we leven. Iets wat meestal over het hoofd wordt gezien, maar eigenlijk heel belangrijk is als we kijken naar de enorme toename van psychische en sociale gezondheidsproblemen: Als je niet langer erkent dat het je gegeven is om een gever te worden, zul je een leegte in je wezen ervaren, die nooit meer hersteld kan worden door meer te nemen. En je zult zelfs sterker gedreven worden om ‘het’ te zoeken in het domein van basisbehoeften en bevrediging, ten koste van anderen. Het gaat niet om goed of slecht, het gaat om het vermogen te werken met de realiteit van de omgeving waarin we leven, namelijk dat alles zo onderling verbonden, complex en uniek is dat we er alleen mee om kunnen gaan als we geven, als we ons bekwamen in de kunst van het geven.
Ik zou iets willen toevoegen over de staat van euforie waarin mensen raken, al is het maar voor even, als ze hun doel, hun verbeelde toekomst, hun overwinning, hun wens bereiken, vooral als het een gezamenlijke inspanning is. Dit is een goed voorbeeld van tevredenheid. Van persoonlijke vervulling, van het zelf fijn en goed hebben. Daar is helemaal niets mis mee, als we er maar niet naar streven onze persoonlijke ervaringen van genieten tot een constante te maken. En dat constante genieten tot een levensdoel te verheffen.
Helaas wordt de toestand van voortdurend genieten gezien als een voorspelling van de gelukzaligheid die we in het paradijs zullen ontvangen. Al onze wensen en behoeften vervuld in een constante euforie. Het paradijssyndroom: de ervaring van een gedeelde staat van gelukzaligheid die voortkomt uit volledige vervulling, wordt gezien als de toekomst. Het is geen beeld van de toekomst maar een herinnering aan het verleden: dat hebben we al gehad. We waren perfect in het paradijs, maar we verlieten het om uniek te worden.
Botweg gezegd: de toekomst die men ziet is dat we allemaal krijgen wat we willen. Maar aangezien bijna al ons huidige willen genieten een surrogaat is voor geluk, is dat geen erg waarschijnlijke toekomst.
Het willen genieten is werkelijk gebaseerd op het verleden, het is het herhalen van wat we al kennen of verwachten vanuit het algemene verleden. Met natuurlijk een kleine variatie. Het lijkt op koken met bijna dezelfde ingrediënten en er toch iets nieuws van maken. Een prima prestatie, maar het herschikken van het verleden geeft, zoals je hebt gelezen in de brief aan Heke Mai, geen toekomst. Het is innoveren binnen een bepaald veld, een bepaalde cirkel van mogelijkheden en gedachtegangen en het verwerken van ervaringen, die binnen hetzelfde veld een andere beweging in gang zetten. De toekomst is geen gevolg van het verleden. Ik weet wel dat dit een van de hardnekkigste misverstanden is die er zijn. De toekomst is net zomin het gevolg van het verleden als dat het heden de toekomst in zich draagt. Alle toekomst die wij van uit het heden voorspellen is gebaseerd op wat we nu al kennen en weten en is dus altijd een verlengd verleden. Met potentieel soortgelijke mogelijkheden en moeilijkheden. De toekomst is altijd gebaseerd op wat wij nog niet weten, kennen en verwachten en toch een stap in het onbekende te zetten. Voortgaan binnen de grenzen van wat je bekende en verwachte is weliswaar vooruitgang, maar geen toekomst.
Intelligentie en bewustzijn
Is ons intellectueel vermogen voldoende om ons uit de huidige impasse te halen?
Nee, dat is het niet.
Ik stel voor om intelligentie en bewustzijn te bezien als twee zeer verschillende, maar in een gezonde situatie op elkaar afgestemde vermogens van de mens. Maar ik vraag je ook om even afstand te nemen van hoe je deze woorden dagelijks gebruikt. Intelligentie komt van het Latijnse woord “intelligere” dat begrijpen betekent, het is mijn vermogen om de wereld om mij heen te begrijpen. Dat is in wezen reageren op en werken met de feiten en realiteiten die er zijn.
Als ik bewustzijn letterlijk neem betekent het ik ben me bewust van (mijn) zijn, heel dicht bij de oorspronkelijke Latijnse betekenis. En niet alleen, zoals het tegenwoordig veel gebruikt wordt, in de betekenis van ik ben bewust. Zowel in het Nederlands als in het Engels hebben deze woorden veel van hun oorspronkelijke betekenis verloren en in het dagelijks gebruik en begrip verwijzen ze meestal naar het gebruik van ons intellect. Maar ik wijs er in deze brief graag op wat het woord bewustzijn betekent: Ik ben me bewust van mijn bestaan en vanuit dit bewustzijn handel ik. Wat betekent dat ik me bewust ben van het effect van wat ik doe of nalaat op het betaan als geheel, alle individuele wezens en al wat is. Niet alleen op dit moment, maar ook in de toekomst. Vandaar de uitdrukking: bewust leven.
Voor onze intelligentie, is je overal en altijd van alles bewust te zijn, veel te veel informatie om mee te werken, het zou onze intelligente vermogens overweldigen om rekening te houden met alle feiten, de mogelijke gevolgen en het effect op langere termijn en het verband met het alle individuen en het hele bestaan. Intelligentie kan dergelijke taken alleen uitvoeren binnen een duidelijk afgebakend en afgebakend gebied.
Onze intelligente vermogens, denken en voelen, gebruiken onze rede om hun informatie te ordenen. De rede brengt het in een bepaalde volgorde: het denken: lineair hiërarchisch, het gevoel: circulair met elkaar verbonden.
Intelligentie is onze grote organisator van informatie binnen een situatie, filosofie, geloof, keten van ideeën, wetenschappelijke structuur, sociaal kader, culturele achtergrond, persoonlijke overtuigingen enz. Het doet het met rede, redelijk en geeft redenen zodat we kunnen communiceren en onze ideeën en gevoelens kunnen delen. De intelligentie kan de informatie verpakken voor onze reis door tijd en ruimte en onze rede is in staat de gegevens uit te pakken en opnieuw te verpakken wanneer dat nodig is.
Intelligentie is een prachtig instrument, maar onze intelligentie is niet uitgerust om ons buiten onze georganiseerde gedachten en gevoelens te brengen, buiten het wereldbeeld of geloofssysteem waarin wij opereren. De rede werkt binnen een duidelijk omschreven systeem van voorwaarden, dat zowel als grens als bron fungeert.
Bij het doornemen van de lijst en het bezoeken van hun websites vond ik dat de meeste informatie en de bronnen van de informatie, het ontwerp en de ideeën, probeersels en voorbeelden, die je in je onderzoek naar de toekomst bent tegengekomen, gemeen hebben dat ze redelijk zijn. Ze bevatten en zijn gemaakt door intellectuele of/en emotionele rede. Daarom zijn hun argumenten, plannen, stellingen en eisen tot verandering geldig in een intelligent wereldbeeld. Wij mensen gebruiken onze rede om de wereld en onszelf te veranderen en te vernieuwen en we zijn er goed in en willen er goed mee doen.
Sinds Descartes is rede langzaam hetzelfde geworden als logica. De, als ik het zo mag noemen, wanhoop die ten grondslag ligt aan je vraag komt voort uit een verwarring van rede met logica. Vergelijkbaar met de verwarring tussen genot en geluk.
Onze intelligente instrumenten zijn heel goed in staat hun werk te doen, zolang we ze niet dwingen iets te doen waarvoor ze niet ontworpen zijn. Ons verstand is niet ontwikkeld om vragen over het bestaan te beantwoorden, maar om vragen over het welzijn te beantwoorden. Welzijn gaat over verbetering en vervulling binnen bepaalde duidelijk omschreven omstandigheden. Hoe het beter kan is een goede vraag voor ons denken en voelen. Als we hebben gedefinieerd wat die omstandigheden zijn en wat we in dat kader willen doen, krijgen we de beste resultaten. Allemaal gebaseerd op redeneren via een proces.
Mijn vriend, wij hebben regelmatig gesproken over de compleet onlogische impact van zeer redelijke oplossingen.
- Bijvoorbeeld: de ontwikkeling van plastic is redelijk maar niet logisch. Redelijk omdat het een prachtig nuttig product is en goed ontwikkeld. Onlogisch omdat je nooit iets moet maken dat het leven in een kwetsbaar levend onderling verbonden systeem bedreigt, door de basisregel van dit levende systeem, namelijk maken en on-maken, te negeren.
- Of bijvoorbeeld: De manier waarop we onze economie organiseren is redelijk binnen een bepaald denkkader, maar het is natuurlijk buiten elke logica als je ziet dat de werking van het systeem het steeds moeilijker maakt voor mensen om deel uit te maken van dit systeem zelf.
- Bijvoorbeeld: Het kost veel intelligentie om een auto te ontwikkelen en het gebeurt met grote inspanning en biedt ons veel mogelijkheden. Het ontbreekt aan volledige logica om deze ontwikkeling een van de basisbronnen van het leven te laten vervuilen.
Intelligentie is van nature niet in staat verder te kijken dan haar eigen grenzen, maar wanneer zij in goede vorm is, erkent zij dit en laat zij de waarneming buiten haar ruimte aan het bewustzijn over. In de laatste eeuwen is het echter langzaam, door het resultaat van ons onderliggend mentaal model, een vaste overtuiging geworden dat intelligentie geen grenzen kent (wat natuurlijk heel onintelligent is). Hetgeen inderdaad zou kunnen wijzen op een vermindering van ons vermogen om te redeneren zoals jij in je brief vreest.
Dus alles wat onze redelijke uitvindingen, constructies, politiek, voorspellingen veroorzaken dat niet werd ingecalculeerd , wordt meestal gezien als gebrek aan kennis of toeval. In elk geval niet als iets wat ik had kunnen weten en beïnvloeden. Wanneer het een probleem wordt, gebruiken we weer een andere redelijke ingreep om de moeilijkheden aan te pakken. Deze valstrik van onze intelligentie ontstaat alleen als onze bewuste vermogens niet in vorm zijn, niet zo goed ontwikkeld zijn als onze intelligente vermogens. Intelligentie begrijpt achteraf en baseert haar stappen vooruit op kennis die we al hebben of mogelijk kunnen verwerven op grond van een inzicht dat we hebben gekregen vanuit onze huidige kijk (gevormd door de kennis die we al hebben) op de wereld. Wellicht een moeilijke zin, maar wel belangrijk om zowel de mogelijkheden als de grenzen van ons intelligent vermogen te begrijpen. Vaak levert het anders combineren van inzichten uit het verleden verrassende vooruitgang op. En dat is waar intelligentie goed in is: vooruitgang.
De meeste van de voorbeelden waarover je in je onderzoek schreef, zijn intelligente oplossingen, afkomstig van dezelfde bron die de problemen in de eerste plaats heeft veroorzaakt. In sommige gevallen is dat de juiste weg vooruit, maar in de overige voorbeelden niet.
Mijn punt is dit: Degenen die oplossingen voorstellen of ideeën geven en dingen innoveren, hebben geen idee dat hun ontwerpen afkomstig zijn van dezelfde bron die de problemen heeft gecreëerd. Zij maken geen onderscheid tussen het herschikken van informatie uit dezelfde bron en het vinden van een andere bron. Ze bieden een alternatieve ordening binnen de bestaande structuur; precies waar intelligentie zo goed in is. Intelligentie is in staat om allerlei versies van hetzelfde te creëren. Helaas is het niet altijd de aanpak die we nodig hebben.
En vanwege de hedendaagse disbalans tussen het gebruik van bewustzijn en intelligentie hebben mensen meestal een onbetwistbaar geloof in de bron waar veel van hun huidige ideeën en begrip van de wereld op gebaseerd is.
We hebben er meestal weinig idee van dat we een bepaalde bron en bepaalde grenzen gebruiken. Laat staan dat we ons bewust zijn van het feit dat we verschillende bronnen kunnen gebruiken, die onze comfortabele en gebruikelijke kijk op het leven in twijfel kunnen trekken. We verwarren verschillende invalshoeken met verschillende bronnen dus denken al snel dat we nieuwe informatie hebben opgehaald.
Als we onze overtuigingen, geloofssystemen en levenswijze niet ter discussie stellen, zal alle vooruitgang die we kunnen zien of voorzien worden gevormd door dezelfde of soortgelijke basis ingrediënten die we eerder hebben gebruikt. We zullen alternatieve of andere informatie eenvoudigweg niet opmerken.
Meestal denken we echt dat we meer in plaats van onbekende informatie nodig hebben. We zijn ons er niet meer van bewust dat we ook een krachtig vermogen hebben om met verschillende en complexe gegevens te werken.
Dat vermogen, om buiten de wereldbeelden en het geloofssysteem te treden waaraan we gehecht zijn, waarmee we vergroeid zijn, waaraan we eigenwaarde ontlenen en die we tot onze basis hebben gemaakt, komt voort uit ons bewustzijn. Bewustzijn gebruikt logica als methode.
Sommige problemen of uitdagingen hebben ons intelligent vermogen nodig dat zorgt voor verandering en vernieuwing, terwijl andere ons bewuste vermogen nodig hebben dat ons wegen en middelen geeft voor transformatie en metamorfose. Ik hoor je vragen: hoe werkt dit?
Wij beschikken over deze enorme databanken van persoonlijke en collectieve informatie in de bewuste en onbewuste reservoirs van onze intelligentie en ons bewustzijn. Het is een goed ontwikkeld instrument waarmee we de opgeslagen informatie uit opvoeding, ervaring en achtergrond van onszelf en anderen kunnen putten wanneer dat nodig is. Intelligentie is in staat om binnen een databank te werken, bewustzijn is in staat om met de databanken te werken. Als ik kijk naar onze levensstijl en fundamentele organisatorische en maatschappelijke patronen, zijn we in de eerste plaats opgeleid om onze intelligentie te gebruiken: het vermogen om binnen een bepaalde databank te werken.
Verplaatsen, zoeken, herschikken, bestuderen in een databank doen we met ons intelligente vermogen. Werken met en leren van meerdere databanken doen we met ons bewustzijnsvermogen. Intelligentie gebruikt rede, bewustzijn gebruikt logica.
Ik ga nu schrijven over hoe bewuste vermogens werken. Aangezien je al hebt gelezen wat ik aan Heke Mai schreef, zal ik een andere aanpak proberen. Het is namelijk bijna onmogelijk om onze bewuste vermogens te activeren zonder te bewegen.
We moeten ons lichaam, onze ziel (denken en voelen) en onze geest, bewegen om bewust te zijn. Ik ga de activiteit van het bewustzijn niet redelijk, maar logisch beschrijven.
Om te beginnen: Ik dring er ook op aan om te bewegen terwijl je dit leest.
Dus, sta op van je stoel en begin te bewegen. Het is een integraal onderdeel van de training van het bewustzijn, om te bewegen terwijl je leert.
Dat zijn onze handelingen: Intelligentie is concentratie op een onderwerp, een ervaring die ik meemaak, een opeenvolging van activiteiten, een doel dat ik wil bereiken. Alles komt voort uit die concentratie op een doel en de gegevens, emotionele, sociale en intellectuele informatie, laten me zien waar ik ben in de activiteit. Als we fysiek in beweging komen om ons te concentreren, sluiten we ons af om ons te kunnen concentreren: We trekken samen. Ik noem dat de beweging van contractie.
Dus doe de samentrekkende beweging met je hele lichaam en maak je zo klein mogelijk. Bijna tot een bal ook met ingetrokken benen en armen.
We blijven geconcentreerd en bereiken ons doel, maar we hebben ook weinig of geen binding meer met wat er buiten ons beoogde doel ligt. We weten allemaal hoe intelligentie werkt want concentreren, contractie, is beweging die we dagelijks langdurig toepassen.
De handelingen van het bewustzijn kennen we minder goed.
Onze bewuste vermogens vereisen dat we uitbreiden, ons openen, loslaten, we creëren een veel groter oppervlak. We proberen geen antwoord, doel of reden te vinden. Het vindt ons. We geven onszelf om te ontvangen wat gegeven wordt. Maar om het zo te zeggen klinkt het diepzinnig of niet van deze wereld. Ik ben bang dat we allemaal erg beïnvloed zijn door de intelligentie van wetenschap en religie om in het soort bewustzijn te stappen dat ik beschrijf zonder ons vreemd, verloren en zelfs inheems te voelen. Maar ik verzeker je dat het gewoon een kwestie van oefening is. Dat is tenminste mijn ervaring met de meeste mensen met wie we dit werk doen: ze hebben er geen idee van dat hun lichaam een uiterst gevoelig waarnemingsinstrument is. Als je lichaam, met al haar vermogens, op die manier gebruikt, wordt informatie aan je geopenbaard, maar alleen omdat we de activiteit van de expansie doen. Het is niet inactief wachten tot het komt, het is geen ontspannen of uitrusten. Het is heel bewust waarnemen door de activiteit van expansie, zonder uit te leggen of aan te geven. Dat komt later wel als we alle gegevens naar onze intelligentie brengen.
Doe nu de beweging van de expansie, het jezelf uitbreiden, open jezelf: je armen, benen, borst, oren, etc. alles zo wijd mogelijk.
Dan afwisselend expansie en contractie. Doe het 5 of 6 keer, samentrekken en uitzetten. Begin de reeks heel langzaam en voer dan het tempo op. Sta ongeveer een minuut stil en word je bewust van het evenwicht tussen de twee bewegingen.
Vervolgens, doe dezelfde oefening maar dan inwendig, zonder het uiterlijke lichaam te bewegen. Ervaar hoe dat werkt. En dan een moment van rust en stilte.
Begin alsjeblieft weer te bewegen mijn vriend.
Wij mensen zijn in evenwicht tussen die samentrekkende en uitdijende informatie verwerkende dans. Als wij die oer bewegingen in de juiste afwisseling gebruiken, zullen wij gezonde ontvangers en helende gevers zijn.
Het overdreven gebruik van contractie heeft geleid tot een verwaarlozing van expansie.
Contractie geeft ons intelligentie en al de wonderbaarlijke innerlijke instrumenten en uiterlijke toepassingen van denken en voelen.
Expansie geeft ons bewustzijn van uniciteit en onderlinge verbondenheid.
De bewegingen zijn heel verschillend, want bij de eerste ga ik ernaar toe in een poging het te krijgen, te bereiken, te bevatten. Als ik een fatsoenlijke link met mijn bewuste bewegingen kwijt ben, denk ik misschien zelfs dat ik het heb.
Met expansie stel ik mezelf open om een verbinding mogelijk te maken met de informatie waarvan ik me niet bewust ben, totdat het zich met mij verbindt. Op dat moment heb ik een dialoog in begrippen en ervaringen. Niet in gedachten en gevoelens want die zijn het effect ervan.
Bewustzijn, het vermogen om te gaan met informatie uit vele en verschillende bronnen, afkomstig uit verschillende databanken, zoals elk vermogen dat wij mensen hebben, moet in vorm worden gehouden door training en feedback. Hoe meer we geoefend hebben, hoe beter we in staat zijn om te gaan met het onbekende, het onzekere, het geen idee waar we de informatie zullen vinden, het wordt ons gegeven. Maar expansie is net zo actief als contractie, het is niet “laissez faire”, het is het bewuste gebaar van zoveel informatie binnenlaten, zoveel verbindingen als je aankunt.
Maar sinds we onze informatie verzamelende vermogens louter als redelijke capaciteiten zijn gaan beschouwen, hebben we een voorkeur ontwikkeld om onszelf op een intelligente manier te trainen.
Intelligentie weet wat het zoekt, bewustzijn weet het niet, maar het wordt zich bewust.
Vanwege onze eenzijdige training maken we het moeilijk voor onze intelligentie om bewustzijn te begrijpen en zijn we meestal vergeten hoe bewustzijn met informatie omgaat.
Het punt hier is dat we natuurlijk de hele dag zowel onze samentrekkende als onze uitbreidende vermogens gebruiken, maar we zijn alleen intelligent getraind: we zijn ons bewust van onze contractie bewegingen in redenering, focus en resultaatgerichtheid. We zijn ons meestal niet bewust van onze expansiebewegingen maar we gebruiken ze natuurlijk wel onbewust en daardoor ongetraind. (Hopelijk begrijp je nu waarom ik het woord bewustzijn heb gekozen).
Het onbewust gebruiken van expansie brengt ons meer bij de behoefte aan ontspanning, vrije tijd, het even niet meer hoeven te concentreren. En minder bij de actieve daad van expansie om onbekende informatie op te halen. Helaas zijn de meeste vakanties verworden tot inactieve expansie, als tegenwicht voor de overmatige contractie. Ontspanning is niet hetzelfde als expansie.
In de beweging van expansie, stel ik me open voor meer informatie door al mijn zintuigen te gebruiken, alle informatie die komt in mijn gedachten, gevoelens, gewaarwordingen, indrukken, emoties, inzichten, enz. zijn op dat moment waarnemingen. Maar als ik me onbewust openstel, zonder me bewust te zijn van mijn expansie, wordt alle informatie persoonlijk en intellectueel verwerkt. Ik verwar waarnemingen, informatie van verbindingen, met mijn eigen persoonlijke gevoelens, gedachten en ervaringen. Bewuste indrukken bevatten zoveel informatie van de ander, van dingen die niet ik zijn, dat ik niet in staat ben de informatie op intelligente wijze te verwerken. In veel gevallen, wanneer we bewustzijns informatie krijgen en we ons er niet van bewust zijn dat het die kwaliteit heeft, beginnen we de informatie te verwerken met onze intelligente vermogens. Ik kan alleen maar zeggen dat ik in mijn werk heb gezien dat de meeste persoonlijke en organisatorische problemen voortkomen uit dit diepe misverstand. Het is mijn opinie dat vrijwel alle moderne verschijnselen waaronder de jeugd gebukt gaat komen door dit onbegrip over het verschil in informatiekwaliteit. Is de ervaring intelligent of is de ervaring bewust?
Nu vraag ik je weer te gaan zitten mijn vriend. Aangezien je vragen volgen op het lezen van de brief die ik aan Heke Mai stuurde over identiteit en bewustzijn, zal ik daar vandaag niet op ingaan, maar identiteit is een integraal onderdeel van het gebruik van de gaven van het bewustzijn.
De essentie van bewustzijn is dialoog. Een soort dialoog waartoe alle zintuigen in staat zijn, waarbij we de informatie werkelijk ontvangen; vervolgens geven we iets terug en ontvangen weer.
Intelligentie classificeert graag informatie om het te kunnen vatten en voordat het antwoord geeft wordt de informatie gewogen in mijn denken en voelen. Bij intelligente informatie is dat zinvol, omdat we inhoud kunnen volgen met ons denken of mee-ervaren met ons voelen. We blijven erbij om te kunnen waarnemen wat onze reactie is en die geven we weer terug, maar we letten ook op wat die reactie is. We beoordelen onze reactie of deze past bij ons mentale model en geloofssysteem en schatten in hoe ons antwoord zal worden ontvangen. We controleren.
Bewustzijn aanvaardt de diepere, meer directe boodschap die de levende en materiële wereld voortdurend geeft. Het is alsof je niet zozeer luistert naar wat iemand zegt, maar naar wat het betekent. We doen het eigenlijk de hele tijd: wat drukken woorden en gebaren uit, meer dan alleen de inhoud. De toon, het ritme, de beweging van het lichaam, terwijl we spreken. De diepte van het begrip van de onderlinge verbondenheid door de tijd heen, tot de uniciteit in het moment, terwijl we luisteren. De dialoog die ik bedoel is een gesprek tussen twee identiteiten in de taal van het begrip. Om die veelheid en eigenheid van informatie werkelijk te aanvaarden heb ik mijn hele lichaam nodig, niet alleen mijn hoofd en hersenen. Ons hele lichaam is ontworpen om een bewuste dialoog te voeren. Neem het simpele voorbeeld van de indrukken die mensen hebben als ze in de natuur of in een stad wandelen. Het geeft hen iets wat veel meer is dan de vertaling in intelligentie die later komt. De interactie tussen mij en mijn omgeving en de verschillende contexten waarin we leven en werken, wordt meestal over het hoofd gezien, totdat het heel duidelijk wordt als een gevoel of een gedachte. Maar dat zijn slechts de conclusies, samentrekkingen, genomen uit een veel grotere hoeveelheid indrukken en waarnemingen en geplaatst in een vertrouwd kader van intelligentie om er zin aan te geven. De meeste andere informatie wordt terzijde geschoven, door onze voorkeursdatabank beoordeeld als niet relevant.
Wat zegt het landschap? Wat laat de stad horen? Wat bedoelt deze groep in de samenleving nu eigenlijk te zeggen? Wat druk je uit als je het overtollige afval wegwerpt? Ik kan me die boodschappen alleen maar bewust worden als ik de antwoorden niet filter door mijn controleurs. De expansie, de bewuste waarneming is voltooid wanneer ik een inzicht, een impuls, een indruk heb gekregen hoe verder te gaan.
Woorden komen als mijn intelligentie de taal van mijn bewustzijn gaat begrijpen. Als mijn bewustzijn in vorm is vindt het betekenis en richting in de veelheid van informatie waarop ik mijn intelligentie kan afstemmen. Ons bewustzijn weet waar en hoe te gaan, wat te doen en wanneer, nog voordat we het weten, want het weten komt na een samentrekkende intelligente verwerking van informatie. In bewustzijn zijn we in dialoog gericht op de ander, dus niet bezig met onszelf of wat we willen bereiken of verklaren.
Bewustzijn gebruikt de activiteit van differentiatie om het specifieke en unieke te ervaren en de activiteit van correlatie om de onderling verbonden heelheid van het levende systeem van onze planeet te begrijpen. Deze vermogens geven inzicht en samenwerking om een weg naar de toekomst te vinden.
Aangezien ik je ken als wetenschapper en een denker, heb je waarschijnlijk meer nodig dan mijn beschrijving en de oefening.
De functie van bewustzijn is waarschijnlijk het eenvoudigst uit te leggen door de twee basisvaardigheden te benoemen. Bewustzijn is wakker en het waarnemen dat alles met alles te maken samenhangt en alles uniek is. Je kunt op de hele planeet geen twee gelijke zandkorrels vinden en je kunt iets niet isoleren om het te begrijpen. Ik noem deze vermogens van het bewustzijn: correlatie en differentiatie.
De kracht van de uniciteit in zetten betekent dat we moeten differentiëren en zoveel mogelijk verschillende gezichtspunten, culturele achtergronden, opvattingen over het leven, talenten, enz. in de ruimte moeten krijgen om een duurzame weg voorwaarts te creëren. Ik gebruik een voorbeeld uit mijn eigen werkzame leven maar het is overal op toepasbaar.
Herinner je de twee momenten in onze samenwerking waarin we deze differentiatie toepaste?
Ik was uitgenodigd om jou en je team te helpen het bestuur en leiderschap van de grote onderwijsinstelling waaraan je toen leidinggaf, te transformeren. We ontmoetten elkaar in deze prachtige vergaderzaal waar jij bijna alle belangrijke professoren had uitgenodigd die enige band hadden met bedrijfs- en leiderschapsstudies. Omdat je mij de vrije hand had gegeven, nodigde ik deze groep van 12 mensen uit voor een wandeling en tijdens onze wandeling legde ik de differentiatie aanpak uit. Ik vroeg alle professoren op één na om uit het transformatie team te stappen, met de belofte dat ze elk een belangrijke taak zouden krijgen in een later stadium van het proces. Waarin ze dezelfde methodiek zouden moeten toepassen op hun eigen afdelingen. Zij konden de stappen die we gingen nemen volgen via een live uitzending. Met slechts één professor en alleen jij en ik over, begonnen we onze zoektocht naar teamleden om het eerste ontwerp te maken. De professor kwam met zijn vriend, een professor in de astrofysica als ik me goed herinner en een Hongaarse student uit een van zijn studiejaren. Jij kwam met de schoonmaakster van je afdeling en de hospita van je dochter (maar als ik mij goed herinner ook wel een beetje als grap of test). Ik bracht de vrouw van de koffieshop verderop en mijn vriend de hoofdchirurg van de ziekenhuisgroep in jouw stad.
Het ontwerpteam kwam na een korte periode van inwerking en training, met geweldige ideeën. Terugkijkend hield ik het meest van de directe eenvoud van de organisatie en vooral van de processen die we ontwierpen. En zelfs de meest cynische en ongelovige professoren moesten toegeven dat het ontwerp en het implementatieproces goed werkten, toen ook zij het gingen toepassen in het instituut. Procesontwerp en implementatiestrategie komen voort uit differentiatie: zoveel mogelijk unieke gezichtspunten. De oefening is om mensen te helpen om van hun gemeenschappelijke meningen en sentimenten over te stappen naar hun individuele uitingen.
Jij noemde de keuze van de deelnemers aan de ontwerpgroep willekeurig, maar ik noemde het specifiek. Het is ons vermogen om de passende en unieke informatie en de juiste mensen te vinden, zolang we bereid zijn ons tussen meerdere databanken te bewegen en het niet met het weten aan te sturen. We vinden de juiste uniciteit, de juiste unieke weg vooruit in onze aanpak, door zo veel mogelijk diversiteit in onze teams te krijgen maar ook door ons “toevallige ingevingen” vermogen te oefenen en veel meer te gaan gebruiken.
De ingang om bij te dragen aan het complexe systeem van de wereld en de toekomst wordt gevonden door ons correlatievermogen. Voor het ongetrainde bewustzijn en de over getrainde intelligentie is de werkzaamheid daarvan wellicht nog onbegrijpelijker. Maar daar staat tegenover dat ik veel mensen heb ontmoet die deze verbinding met de wereld “in de diepte” konden ervaren. Weten dat de dingen samenhangen is volstrekt niet hetzelfde als de samenhang kunnen ervaren.
De ervaring van correlatie zien we terug in vanzelfsprekende aandacht voor de ander, voor de omgeving, voor de gevolgen van onze handelingen, voor de toekomst. Dat begrip ontstaat natuurlijk op basis van het verbonden zijn met de grondoorzaak van het bestaan: het bijdragen.
De eerste stap in de verbinding met de grondoorzaak van ons bestaan is “awareness of ease”.
In de toepassing van het correlatie principe zit geen dwang: geen eerste levensbehoefte dwang, geen politieke dwang, geen wettelijke dwang, geen meerderheid dwang, geen systeemdwang, geen mentale modellen dwang, geen geloofssystemen dwang, geen sociale verplichtingen dwang, geen vooruitgang dwang, etc. Alles wat geen werkelijke verbinding met het gehele levende systeem heeft oefent ergens in de samenhang dwang uit en omgekeerd alles wat we maken met verplichting werkt niet samen met het levende systeem.
Of anders gezegd, om te werkelijke nieuwe ideeën te komen moet men eerst loskomen van alles wat zich vanuit het verleden de toekomst in probeert te forceren. Bijvoorbeeld: mijn opvatting of beeld hoe de toekomst eruit moet gaan zien. Dat is de intelligente benadering, die niet verder reikt dan innovatie. Het creëren van en beleving van rust en gemak, acceptatie en veiligheid waarbij de deelnemers zich richten op de opvattingen en ideeën van de ander is een prima werkwijze om een toekomst ontwerp te zien ontstaan.
Wat we al weten van de samenhang kunnen we gerust gebruiken als informatie, als het maar niet richtingbepalend wordt. Je bewust worden van de samenhang is een exercitie in op weg gaan zonder te weten waar je uitkomt. Het eindresultaat dat we nog niet kennen, bepaald de weg en de stappen die we gaan nemen. Natuurlijk kunnen we een dergelijke weg voorwaarts alleen maar beginnen als we ons bewust zijn van een vraag van de toekomst. We hebben wel een uitgangspunt, maar nog geen doel. Dat wil zeggen dat we het proces, de methode, het doel, ontwikkelen gedurende het werk. Hebben we een doel voor we beginnen dan gaan we een intelligent en geen bewust proces.
De leidende principes die we gebruiken om in een bewustzijnsproces tot een eindresultaat te komen, waarvan de “awareness of ease” er een is, zijn ook geen volgordelijke stappen, maar veel meer toetsstenen waaraan we kunnen zien of we nog trouw aan ons voornemen zijn.
Ik hoop dat je de fases herinnert die we met de groep hoogleraren bedrijfskunde en organisatie hebben gezet om een pad naar de toekomst te creëren, niet langer gebaseerd op de beste zijn of de vooruitgang in denken, maar hoe en waar we nu en in de uitdagingen die we voorzagen, konden bijdragen.
Als we ons bewustzijn niet in staat stellen het werk goed te doen, wordt de interactiviteit tussen databanken zwak en wordt de databank van onze voorkeur dominant en daardoor verhard. Verhard betekent dat het niet langer in staat is om onbekende, onbekende, andere en tegengestelde informatie te verwerken dan wat het al in opslag heeft. De statische databank zal niet alleen gaan zoeken naar soortgelijke informatie die het al bezit, maar onze informatieverwerkers zullen niet meer in staat zijn nieuwe, onbekende, niet-vertrouwde en tegengestelde informatie te herkennen. Door de overmatige contractie zal onbekende informatie als irrelevant beschouwd worden en niet worden opgeslagen. De volgende stap is dat we zo ondoordringbaar worden dat informatie die niet aan de norm voldoet als bedreigend en zelfs vijandig zal worden gezien. En daar wordt dan ook altijd een redenering voor geconstrueerd.
Denk maar aan de redenen die worden gegeven om dingen te doen die verkeerd zijn, we zien zoveel komen van onze instellingen of van onszelf als we ons laten overnemen door eigenbelang. Zelfs in die mate dat feiten worden omgebogen om binnen een bepaald denkkader te passen. Je kunt herkennen of een verharde databank de overhand heeft gekregen aan het feit dat de activiteiten (inclusief beslissingen) altijd iets of iemand anders schaden.
Het is zeer vergelijkbaar met de tegenstand die je kunt ontmoeten als je iets wilt veranderen, in jezelf of in de buitenwereld. Weet je nog dat we hevige weerstand ontmoetten, met zelfs agressie en aanvallen toen we in een gebied in jouw stad met een levensstijlprogramma begonnen. Mensen moesten hun dieet veranderen en beginnen te oefenen en te trainen, als de aanvang van een verandertraject. Niets van dit alles was ons idee, let wel, ze ontwierpen het programma zelf, maar toen het erop aankwam om het daadwerkelijk te gaan doen, was er intense tegenstand. Achteraf konden we er allemaal om lachen, en verbaasden de bewoners zich over hun eigen gedrag, maar toentertijd vonden we het erg stressvol.
Door het gebrek aan bewuste training zou het zo kunnen zijn dat we onze fitte en wendbare databanken, hebben veranderd in geloofssystemen en mentale modellen. Overtuigingen en modellen die we gebruiken om ons bestaan en onvermijdelijk dat van anderen te beheersen, zonder ons daar erg bewust van te zijn. We zouden zelfs kunnen gaan denken dat de wereld zo is als de databank van onze voorkeur ons voorspiegelt, omdat we niet in staat zijn geweest afwijkende informatie ten opzichte van onze bevindingen en overtuigingen te ontdekken. Erger nog: we zien afwijkend als abnormaal en onregelmatig en tegengesteld als vijandig. De ander is ineens verdacht en we hebben de ander juist nodig om weer fit te worden
Onze opvoeding, daarin in gesteund door de maatschappelijke inrichting, heeft het aangeboren vermogen van ons bewustzijn niet voldoende getraind. Zo zijn we slecht in staat om na te gaan of onze databanken ook diverse en samenhangende informatie ontvangen en op nemen. En omdat het niet geoefend zijn, vergeten we dat wij toezien op het bestuur en het rentmeesterschap van onze databanken en niet op de meningen en sentimenten van onze favoriete databank.
De vorming en het onderhoud van onze databanken is nauwelijks een factor in onze opvoeding en mondjesmaat in ons onderwijs. Eigenlijk is onderwijs vooral een upload van informatie naar onze databanken van een bepaald soort, merk, model en geloof. Waarbij samenhang en uniciteit het onderspit delven in informatie die ons nodig lijkt voor een toekomstig leven in de heersende wereldbeelden en sentimenten over het leven. Maar zoals reeds gezegd deze kijk op leren heeft heel weinig toekomstwaarde.
Met andere woorden, als we in onze eigen luchtbel blijven, ontbreekt het ons aan informatie om een toekomst te creëren die zowel uniek is als bijdraagt aan het hele levende systeem van de wereld. Weer een generatie heel intelligente maar weinig bewusten jonge mensen.
Ik vind het moeilijk aan te zien dat we onze jonge mensen en ook ons intelligente vermogen er telkens weer mee opzadelen.
Maar onze bewuste vermogens weer in vorm krijgen is niet zo moeilijk. De modus van ons bewustzijn is dialoog, dat wil zeggen echt informatie ontvangen en geven. Informatie ontvangen is luisteren op verschillende niveaus, niet alleen inhoud maar ook betekenis, gebaar en intentie. Ik moet bekennen dat als ik vandaag de dag naar de media kijk, er heel weinig ontvangen wordt, maar een overweldigende hoeveelheid “kritisch” luisteren, dat is meer luisteren naar of het bij mijn databank past of niet. Het resultaat van eenzijdige training. Maar als je je herinnert hoe gemakkelijk we die gewoontehouding veranderden in de teams en groepen waarmee we werkten door een sfeer van vertrouwen en openheid te creëren, dan blijkt hoeveel dichter ontvangen bij de menselijke natuur ligt dan het “zoeken naar wat ik herken”. Intelligentie werkt zo veel beter als het niet te alert en veroordelend hoeft te zijn, als het niet het ontbreken van onze bewuste vermogens hoeft te compenseren.
De essentie van bewustzijn is dialoog. Een soort dialoog waarbij alle zintuigen de informatie ontvangen; en dan geven we iets terug. Intelligentie classificeert de informatie graag om het te begrijpen, maar bewustzijn accepteert de diepere, meer directe boodschap die de levende en materiële wereld voortdurend geeft. Het is alsof je niet zozeer luistert naar wat iemand zegt, maar naar wat het betekent. Niet de inhoud, maar de samenhang.
Wanneer we naar de wereld kijken zijn we het onvermogen om bij te dragen aan de toekomst op elk maatschappelijk en persoonlijk vlak terugkeren.
Dit onvermogen heeft twee basiskenmerken: men zoekt stabiliteit in onveranderlijkheid men zoekt vooruitgang binnen dezelfde kaders. Beide komen door ongeoefend bewustzijn en produceren angst voor het leven en levensangst altijd leidt tot dwang en eigenbelang.
Differentiatie is ons vermogen om rust en individualiteit te vinden buiten onze eigen kaders. Wanneer wij dit vermogen gebruiken, kunnen zij in ons veel andere mensen en andere ideeën en inzichten ontmoeten zonder onszelf en onze individualiteit in gevaar te brengen. De sleutel is om oordeel loos te zijn. Onze kijk op de wereld, onze meningen en onze gevoelens veranderen ongetwijfeld wanneer we niet langer proberen de informatie van de ander in te passen in ons eigen wereldbeeld. Als we ons zelfbeeld hebben gebaseerd op een proces van passen en filteren, is het hard werken. Maar ons contact met ons echte zelf wordt daardoor veel steviger, zozeer zelfs dat ik me buiten mijn opvattingen en denkkaders kan gaan bewegen zonder de ervaring te hebben mezelf te verliezen.
Correlatie is ons vermogen om stabiliteit in dynamiek te ervaren.
Wanneer we dit vermogen gebruiken, zijn we in staat te ervaren dat we een plaats hebben binnen een samenhang van het leven. Die plaats is er, we herkennen hem, maar we kunnen hem niet vasthouden als we niet meebewegen met de dynamiek van het leven.
We zijn geneigd onze verschillen te isoleren en uit te vlakken om zekerheid te creëren wanneer we stabiliteit willen vinden. Maar echte stabiliteit in het leven is stevig geworteld in ons bestaan, en het bestaan überhaupt is de meest diverse en dynamische ervaring die ik ken.
Bewustzijn geeft ons een instrument om onszelf te ervaren als een uniek waardevol onderdeel van de samenhang van het bestaan, ons fundament in het leven.
Toekomst wordt niet verschaft door iets statisch, door iets dat we hebben of waaraan we vasthouden. Zij wordt niet verschaft door een statisch systeem of structuur: Het maakt niet veel uit of we geloven in wetenschap, God, vooruitgang, mensen, natuurlijke ontwikkeling of geld. Als we één standpunt aanvaarden als onze toekomst, wordt die bepaald door moeilijkheden die we zelf creëren. Als we daarentegen bewust onze databases beweeglijk houden, om alle soorten informatie te ontvangen, wordt geven een natuurlijk gebaar en de poort waardoor we ons verbinden met de toekomst.
Hartelijke groeten aan Bhaviṣyattu,
In vriendschap,
Peter Paul
Download Brief aan Baadaye (3 downloads) (PDF, 332KB)
Bijdragen
De knop is bedoeld om de voortzetting van dit initiatief mogelijk te maken, het is een investering en geen betaling.
Ik doe een beroep op je vermogen om de waarde, voor of na de aankoop, zelf te bepalen.