Flat Screenery

door Peter Paul Gerbrands | juni 16, 2019

Ik begon deze blog te schri­jven op het tre­in­sta­tion toen ik alle mensen naar hun scher­men zag kijken. Ik kon alleen maar ontzag hebben voor het genie van Thomas Fried­man, die al jaren gele­den con­cludeerde dat de wereld weer plat is. Kijk­end over meerdere plat­forms was er maar één con­clusie mogelijk: we leven in een flatscreen-samen­lev­ing. Een tweed­i­men­sion­ale benader­ing van meer dimen­sies en een twee­as­sige manier om infor­matie te inter­preteren en op te slaan. We zijn gevan­gen in, zo niet ver­slaafd aan, tech­niek. Met tech­niek bedoel ik niet alleen tech­nis­che instru­menten, maar ook de struc­turen en con­struc­ties die ons in staat stellen de wereld op een bepaalde manier te begrijpen.

Het is duidelijk dat wan­neer een flatscreen op deze manier wordt gebruikt, dit aan­lei­d­ing geeft tot het denken en voe­len van een flatscreen, zo niet het zijn van een flatscreen. 

Iets dat tegelijk een gevaar en een kans is.

Het gevaar komt voort uit een ver­keerd gestruc­tureerd wereld­beeld, je instru­ment, je tech­niek voor de realiteit, in plaats van een hulp­mid­del dat je gebruikt om met de realiteit te werken.

Als we die door elkaar halen, gebeurt er altijd iets vreemds, we raken gefasci­neerd, ver­slaafd, ver­slaafd. En we begin­nen onze obser­vatievaardighe­den aan te passen aan de tool. Nog­maals: we begin­nen infor­matie voor te sorteren om in de para­me­ters van de tech­niek te passen als we het niet langer als een instru­ment zien. En dit betekent dat we niet duidelijk kun­nen zien welke impact onze daden of niet-daden hebben op onze con­text, onze organ­isatie of zelfs de wereld.

De kans is dat als je instru­menten hebt die alle struc­turele infor­matie kun­nen ver­w­erken, met alle tech­nis­che toepassin­gen, je tijd en ruimte hebt voor iets anders.

Het is niet de flatscreen zelf die zo’n fascinerende invloed op ons heeft, maar de onderliggende roep uit de toekomst ver­taald in vaardighe­den uit het verleden. We gaan zelfs verder door te zeggen dat deze ver­slav­ing aan ons flatscreen, zo duidelijk zicht­baar over de hele wereld, voortkomt uit deze echte exis­ten­tiële impuls, om ver­bon­den, uitgedaagd, cre­atief, invloedrijk te zijn. Maar zit helaas meestal gevan­gen in de sta­tis­che aard van de basis­be­hoeftev­er­tal­ing van dynamis­che impulsen. 

Daar is het in een noten­dop. De inhoud van het boek waar Markku en ik aan werken. Hoe komen we van basis­be­hoeftetech­nieken naar dynamis­che vaardigheden?

Sterke dri­jfv­eren die een kijk op de wereld en een samen­lev­ing hebben gecreëerd die er alleen is om onze behoeften aan voed­sel, onder­dak, begrip, erbij horen, vol­doen­ing, plezier en zelfver­wezen­lijk­ing te vervullen. Deze dri­jfv­eren zijn ont­wor­pen om ons in staat te stellen te voorzien in onze basis­be­hoeften in de wereld. Ze gaven ons een struc­turele, ‘organ­iseer­bare’ of tech­nis­che kijk op de wereld, omdat dit de meest effi­ciënte manier was om ons leven, de samen­lev­ing, de wereld te organ­is­eren als een struc­tuur van basisbehoeften. 

Ze hebben ons vooruit geholpen naar een manier van leven die de vervulling van die behoeften probeert te bereiken. Niets meer en niets min­der en het heeft ons veel gegeven om trots op te zijn en blij mee te zijn.

Het heeft ook ons leven volledig verzadigd en onze infor­matie-opname zodanig beïn­vloed dat we onze lev­ensstijl en de inricht­ing van onze samen­lev­ing, inclusief onze ‘biol­o­gis­che’ gewoon­ten, zien zoals het leven zou moeten zijn. 

Met andere woor­den, het kost moeite om te denken, voe­len en leven buiten de op basis­be­hoeften gerichte wereld die we hebben gecreëerd.

De smart­phone is bijna het aller­be­lan­grijk­ste bij het ontwer­pen van basis­be­hoeften, we hebben de wereld in onze hand. Het past per­fect bij de basis­be­hoefte om infor­matie te ver­w­erken op basis van per­soon­lijk of stamvo­ordeel. Dit verkri­j­gen, hebben en beheersen, grip kri­j­gen op infor­matie door deze in te passen in een model of mal, heeft ons struc­tureel inzicht gegeven in leven en natuur. Een prachtige prestatie.

Het prob­leem ontstaat wan­neer dit struc­turele en tech­nis­che begrip wordt ver­ward met fun­da­menteel en exis­ten­tieel begrip. 

Is het je ooit opgevallen dat alle tech­nis­che ontwer­pen van nature sta­tisch zijn? En dat we ons aan hen moeten aan­passen in plaats van ander­som? Is het u opgevallen dat u uw waarne­min­gen moet ver­talen naar de para­me­ters van het man­age­mentin­for­matiesys­teem en daar­bij de vitale ele­menten van uw waarne­m­ing kwi­j­traakt? De meeste frus­tratie die ik heb gezien in organ­isaties of in de samen­lev­ing komt voort uit deze dwang van struc­turen, pro­gram­ma’s, schema’s, wet­ten en kaders, omdat ze sta­tisch zijn. Ze zijn niet in staat om zich aan te passen aan de dynamiek van het leven en de veelz­i­jdigheid en uniciteit van de mens.

Image of flat panel with a picture of a person in a space

De instru­menten die we gebruiken, bijvoor­beeld een tele­foon of een infor­matiesys­teem, stim­uleren ons geloof en onze behoefte om grip op de wereld te kri­j­gen. Dit is alle­maal te wijten aan de sta­tis­che ten­dens in de dri­jfv­eren van basis­be­hoeften en deze ten­dens wordt gevon­den in de wor­tels van alles wat we creëren met deze men­tal­iteit, inclusief tech­niek. Sta­tis­che inner­lijke en uiter­lijke activiteit, heeft de neig­ing voor­spel­baar, stereo- en arche­typ­isch te wor­den en daar­door gemakke­lijk te ver­talen naar schi­jn­bare dynamis­che werke­lijkheid. De dynamiek die je op een flatscreen ervaart, moet je ‘faken’ door con­stante ‘uitdagin­gen’, argu­menten, heel basale sen­ti­menten, hernieuwde en bestendi­gende infor­matie of beelden die beweg­ing sug­ger­eren of ver­halen en uit­spraken die inter­ac­tie sug­ger­eren. Omdat alle beweg­ing uit dezelfde bron komt, zal het niet de diepere impulsen vervullen om ver­bon­den, uitgedaagd, cre­atief en invloedrijk te zijn. Het kan een zekere mate van vol­doen­ing geven, maar het moet in steeds grotere doses wor­den her­haald om de effec­tiviteit te behouden. Toch kan het ons het gevoel geven dat we er bovenop zit­ten, dat we plezier hebben, dat we de touwt­jes in han­den hebben, zelfs aan de lei­d­ing, als we een tech­niek gebruiken. Het is een teleurstelling als het een illusie blijkt te zijn, niet bli­jvend en soms een schok als het grotere onvoorziene effecten heeft. En we moeten eerlijk toegeven dat het wereld­beeld van de basis­be­hoeften niet in staat is om een heel lev­end sys­teem te overzien.

Dit klinkt miss­chien als een afwi­jz­ing van mod­erne tech­nolo­gie of tech­nieken, maar dat is het niet. Want als er een echt dynamisch leven onder zit, is de sug­gestie van dynamiek niet meer nodig en wordt bijvoor­beeld een smart­phone een zeer krachtig hulp­mid­del voor veran­der­ing. Tech­niek en het tech­nis­che wereld­beeld behoren tot het tijd­perk van de basis­be­hoeften en het werkt goed als het in de basis­be­hoeften van iedereen voorziet. Ons technisch/wetenschappelijk begrip van de wereld zou wel eens het juiste plat­form kun­nen zijn om onze vol­gende onderne­m­ing te onder­s­te­unen. Voor mensen, voor de wereld als geheel, is het tijd­perk van basis­be­hoeften een fase in de dans van het beheersen van de com­bi­natie van de twee cre­atieve krachten: cor­re­latie en differentiatie.

Aan de andere kant hebben we net zoveel angst en onrust gezien als we mensen in organ­isaties stim­uleer­den om al deze struc­turen los te laten, sys­te­men te geloven en ‘zek­er­he­den in het leven’. Ze gin­gen zelfs ‘spe­len’ om nieuwe infor­matie te ont­dekken, omdat het geen directe gevol­gen had. Het inbed­den van deze nieuw geleerde infor­matie of vaardigheid in een sys­teem of struc­tuur is iets heel anders.

Vooral struc­turen, organ­isaties of tech­nis­che sys­te­men hebben moeite met de dynamiek van infor­matie, de dynamiek van het leven, omdat het fun­da­menteel ver­schilt van onze huidige neig­ing om al onze waarne­min­gen op te split­sen in sta­tis­che beelden, struc­turen, over­tuigin­gen en sys­te­men. Het leuke is dat alle sta­tis­che infor­matie ons relatieve vei­ligheid, zek­er­heid en wel­vaart heeft gegeven. We moeten ook eerlijk zijn over de ver­woes­tende impact op onze pla­neet en soortgenoten die onze lev­ensstijl heeft. En zelfs hier is de over­tuig­ing sterk dat de lev­ensstijl en de pro­ducten die deze uitdagin­gen hebben gecreëerd, de prob­le­men uitein­delijk zullen oplossen.

Elk idee, elke uitvin­d­ing of elk plan kan alleen creëren of innov­eren waar het op is gebaseerd, waar het in gelooft. En ons huidige wereld­beeld is sterk gebaseerd op per­soon­lijk welz­ijn of welz­ijn van de stam en wordt meestal geregeerd door de angst voor of het echte tekort aan basis­be­hoeften. Het is een lelijke zaak om te zien hoe eigen­be­lang of gecom­bi­neerd eigen­be­lang het meest dwin­gend en schadelijk is. Het is zelfs nog indruk­wekkender om te zien hoe ver­slavend het hebben van teveel basis­be­hoeften en hoe ver­woes­tend tekort aan basis­be­hoeften is geworden. 

Het heeft weinig te maken met goed of slecht, maar met de vraag: zijn de daden die je doet of niet gebaseerd op basis­be­hoeften of op iets dat fun­da­menteler is. Wat is dit fundamenteler?

De meeste mensen willen het goede doen met heel hun hart. Uit deze goed­heid komt de echte exis­ten­tiële impuls om ver­bon­den, uitgedaagd, cre­atief en invloedrijk te zijn. Waarom? Ze willen een bij­drage lev­eren, als ze niet wer­den vast­gepind door basis­be­hoeften en ver­plichtin­gen op het gebied van basis­be­hoeften, zouden ze dat doen. 

Nauwkeuriger: in ons huidige lev­enssti­jl­sys­teem wordt ver­bon­den, uitgedaagd, cre­atief en invloedrijk over­weldigd door onze basis­be­hoeften. We zijn getraind in voor­spel­bare bes­tur­ing en gescript gedrag om te kun­nen han­de­len. Als de infor­matie com­plexer, te veel, onbek­end of diep­gaand is, rea­geren we meestal op een nog meer con­trol­erende en dwin­gende manier. Alles is gestroom­li­jnd en gestruc­tureerd: hoe meer we organ­is­eren met tech­nolo­gie en de tech­nis­che mind­set, hoe meer ver­plichtin­gen en aansprake­lijkhe­denwe lijken te hebben. Ver­reweg de meesten van ons zijn bezig met de ver­plichtin­gen van plezier, zelfver­wezen­lijk­ing of zelfs over­leven bij het gebruik van onze tele­foon in een treinstation.

Image of flat person

Een vriend was op bezoek bij een school om hun ‘method­olo­gie’ in de wiskunde te observeren van­wege hun uit­stek­ende resul­taten. De leer­lin­gen moesten breuken bestud­eren. Hun opdracht was als volgt: Je hebt zeven eet­stok­jes die ze op een vrien­delijke manier tussen twee mensen verde­len, je moet de oploss­ing vin­den in je werk­groep en je moet een pre­sen­tatie maken van hoe je groep tot je antwo­ord is gekomen. Mijn vriend was ver­baasd over de moeil­ijkheid van de taak omdat dit jonge kinderen waren. En eerlijk gezegd geïr­ri­teerd door de opmerk­ing “op een vrien­delijke manier”, die hij zeer sub­jec­tief vond en ook dat er geen indi­catie was over de tijd van het land­huis om een antwo­ord te geven.

Maar de leer­lin­gen leken het niet erg te vin­den, ze werk­ten actief en met volle aandacht.

Mijn vriend moest ook hard werken. Hij zei dat hij voort­durend afs­tand moest nemen van al zijn ideeën over onder­wijs van­wege wat hij zag gebeuren: iets dat hij later beschreef als actief leren. Hij merkte ook dat de ler­aren niets deden om te helpen, maar zeer attent en oplet­tend waren. Zelfs toen hij duidelijk kon zien dat één groep het niet zo goed deed, lieten de ler­aren de jon­gens en meis­jes gewoon worstelen. 

Van de pre­sen­taties zei mijn vriend later dat dit het beslis­sende moment voor hem was om het ver­schil tussen leren en onder­wi­jzen te begrijpen.

Dit waren de oplossin­gen die ze bedachten: geef ze er elk drie, maar het vierde eet­stokje krijg je maar om de week. Geef elk van hen drie en geef de zevende weg. Pak nog een eet­stokje. Je hebt maar twee eet­stok­jes nodig, dus laat de andere drie maar. En natu­urlijk, breek de zevende in twee helften. Maar het moet gezegd dat deze laat­ste oploss­ing door de meeste kinderen niet werd goedgekeurd, want met een halve eet­stokje kun je niet eten.

En toen zei de ler­aar iets diepzin­nigs: ‘Dat is waar, maar we gebruiken breuken in de rekenkunde als we het geheel in stuk­jes moeten breken om er iets mee te kun­nen doen. Je kunt het delen of op een andere manier mee­doen. En voor som­mige din­gen werkt dat wel en voor andere niet. Dus soms is het een handig hulp­mid­del. Kun je me een voor­beeld geven van wat je kunt afbreken om het te gebruiken?

U kunt zich de antwo­or­den voorstellen. Mijn vriend vond dit uit­stek­end onder­wijs. Maar het was nog niet afgelopen want nu moesten de groepen vertellen hoe ze ook aan een antwo­ord kwa­men. Die kleine reflec­ties van de kinderen die vertelden over hun col­lec­tieve denken waren geweldig, zei hij: “Ik had niet eerder geweten dat kinderen zo oplet­tend waren”. Het werd duidelijk dat de moeil­ijke groep, die eigen­lijk kwam met het doormid­den breken van de eet­stok, hele­maal geen col­lec­tief intel­li­gen­tiepro­ces had. Een jon­gen wist al hoe breuken werk­ten en vertelde de anderen dat dit het antwo­ord was en liet weinig ruimte voor eventuele alternatieven. 

De ler­aar vroeg aan elke groep: “Wat heb je geleerd?” Onder hen die veel van de principes van “breuken” en “geheel” had­den geleerd, toewi­jzen en samen­voe­gen, wat een open­ing creëerde om de tech­niek te leren, was de con­clusie van mijn vriend. De moeil­ijke groep begon aller­lei soci­aal-emo­tionele din­gen te noe­men. “Het maakte me heel duidelijk dat er geleerd werd, maar niet over breuken”, zei mijn vriend, toen hij het aan het eind van de dag met de ler­aren besprak. Maar een van hen zei lachend dat dat in dit geval wel het geval was, omdat de groep ges­plitst was. Ik dacht dat dit een heel nauwkeurig begrip was van het bewustz­ijn van het geheel, maar mijn vriend vond het verge­zocht. Hij had enorm genoten van het school­be­zoek en het veran­derde zijn hele benader­ing van onder­wijs. “Ik moest mezelf echt opnieuw uitvin­den”, zei hij. “ze hebben op de een of andere manier gezorgd voor fun­da­menteel leren.” 

Mijn vrien­den begrepen: je moet kun­nen leren, voor­dat je les kunt kri­j­gen. En leren is altijd een activiteit van de leer­ling die een ver­band legt met de principes van wat geleerd kan wor­den. Ik ken nogal wat scholen die dit principe begin­nen te verken­nen en het Finse onder­wi­jssys­teem heeft bijvoor­beeld het meeste omarmd. Het is duidelijk dat een geboren ler­aar het leren te allen tijde stim­uleert, maar het groot­ste deel van het onder­wi­jssys­teem draait om les­geven, want dat is het enige dat je kunt meten met tech­nieken zoals exa­men. Het is ook het enige dat gaat bij­dra­gen aan de economie. Economie het groot­ste prod­uct van basis­be­hoefte denken en geloven. De meesten van ons zijn opgeleid om een baan te kri­j­gen, om een plaats in de economie te vin­den. Ik zeg dat het een ver­schrikke­lijke uit­gangsposi­tie is omdat het een­z­i­jdig is. Het had alleen de leerkant in gedachten. Het lev­ert goede resul­taten op en blinkt zelfs uit in een sys­teem dat wordt gedom­i­neerd door cri­te­ria voor basis­be­hoeften. Maar in de afgelopen decen­nia begin­nen we langzaam de impact te zien van de dri­jfv­eren achter ons onder­wi­jssys­teem op de samen­lev­ing en de pla­neet. Mijn bevriende ler­aar zei tegen me: “Niet alleen het onder­wijs zelf, het is ook het wereld­beeld van oud­ers”. En mijn inge­hamerde wereld­beeld, zou ik willen toevoe­gen, ik begin net de ‘nieuwe’ vaardighe­den te begri­jpen die we moeten leren.

Image of flat person

Voor de inhoud van de blog was mijn inzicht na het horen van het ver­haal: Voor­dat je een tech­niek kunt gebruiken, moet je verbind­ing hebben met de principes, de geest erachter, waarop de tech­niek is gebaseerd. Het maakt niet uit of dit een cal­cu­lus, een smart­phone of een pro­ject­man­age­ment­tool is. Tech­nieken kun­nen je alleen als gereed­schap dienen, als je je eigen verbind­ing hebt met de wor­tels en principes die het gereed­schap hebben gemaakt. Niet hoe het is gemaakt, maar waarom het is gemaakt. 

Mijn wezen moet ver­bon­den zijn met een diepere beteke­nis achter het denken, dat de tech­niek heeft gecreëerd, om het op een bevri­j­dende manier te kun­nen gebruiken. Ik weet het, voor onze basis­vaardighe­den is dit een heel abstracte zin, we willen een voor­beeld hebben, we willen uit­leg, we willen goed onder­wijs… Maar voor onze dynamis­che vaardighe­den is het een mooie oefen­ing. Omdat leren een ander deel van onszelf activeert dan degene die we gebruiken wan­neer we les krijgen. 

Hoe dan ook, begrip van zijn is geen vast­staand, feit­elijk weten (zoals begrip van gereed­schap is), het is een con­stant dynamisch leren. Maar als we geen indi­vidu­ele verbind­ing hebben met de wor­tels van een tech­niek, is het niet onge­woon om onszelf te ver­liezen in macht en dwang van tech­nieken. Veel experts hebben deze moeil­ijkheid. We wor­den er afhanke­lijk van en soms zelfs ver­slaafd aan, met alle herken­bare symp­tomen. De tech­niek gebruikt ons. We wor­den onze tech­niek en hierin is geen toekomst. Geen uitweg uit een flatscreen als je er een­maal in gevan­gen zit.

Het belang van het ver­schil tussen onder­wi­jzen en leren kan niet genoeg wor­den benadrukt.

We moeten een sterker gevoel van zijn ontwikke­len dan dat we al in staat moeten zijn om afs­tand te nemen van de dwin­gende impact die tech­nis­che sys­te­men zoals regerin­gen, instellin­gen, onze kijk op het leven, de “con­t­role” van de natuur, enz. op ons hebben. Leren is de vaardigheid om verbind­ing te maken met het ‘zijn’ van al wat is. Zodat we die presta­ties kun­nen gebruiken voor het welz­ijn van iedereen.

Les­geven gaat over tech­nieken. Leren gaat over, waar din­gen van­daan komen, wat de onderliggende principes zijn en waarom mensen ze gaan gebruiken. Les­geven kan door docen­ten, leren doe ik zelf. 

Het resul­taat van te weinig leren is dat tech­nieken vaak wor­den aangezien voor onbe­twist­bare feiten, voor waarhe­den, voor “zo is het” in plaats van “dit is ons huidige hulp­mid­del om met de realiteit om te gaan”. Dat is nogal een ver­schil, want als we een tech­niek zien als een hulp­mid­del, is het er om ons in een bepaalde sit­u­atie van dienst te zijn, het kan veran­deren, het is aan te passen of we kun­nen iets heel anders gebruiken dat effec­tiever is. 

Als het geen hulp­mid­del is maar een feit van het leven, een feit van het zijn, dan moet ik me aan­passen, dan moet ik ermee leren werken, me ermee verbinden en het doel ervan door me heen laten stromen. Bijvoor­beeld: dif­fer­en­ti­atie is een feit, hiërar­chie is een tech­niek; obser­vatie is een feit, ken­nis is een hulp­mid­del; cre­atieve dynamiek is een feit van het leven, religie is een method­olo­gie; liefde is een feit van het leven, ver­liefd zijn is een hulp­mid­del; bal­ans is een feit, boekhoud­ing is een hulp­mid­del; cor­re­latie is een feit van het leven, relatie is een tech­niek; even­wicht is een feit van het leven, wet­ten zijn een method­olo­gie; har­monie is een feit van het leven, cal­cu­lus is een tech­niek; indi­vidueel zijn is een feit van het leven, zelfver­wezen­lijk­ing is een method­olo­gie enz. 

Verbind­ing maken met deze “wezens en betekenis­sen” is een vloeiend, con­stant veran­derend iets. We zijn er eigen­lijk heel goed in, als we onszelf toes­taan in deze dynamiek te stappen.

Het bli­jft echter niet zon­der gevol­gen. Als we pro­ce­dures, regels, sys­te­men, beve­len vol­gen ter­wijl de realiteit in feite om iets anders vraagt, ver­min­deren we ons ver­mo­gen om met dynamis­che sit­u­aties om te gaan. En we begin­nen dynamiek niet meer te waarderen, plaat­sen het in de hoek van over­leven, waar veran­derin­gen gevaar­lijk zijn en anders of onbek­end poten­tieel schadelijk kun­nen zijn. 

Regels, method­olo­gieën, struc­turen of pro­ce­dures zijn ont­wor­pen om zich te gedra­gen, te voe­len en te denken bin­nen een bepaald vooraf bepaald en meestal tweed­i­men­sion­aal kader. In een dergelijke benader­ing van het leven wor­den alle dynamis­che ele­menten gekaderd en gefix­eerd om in sta­tisch begrip te passen. Ze zijn niet ont­wor­pen en uit­gerust om met een dynamis­che sit­u­atie om te gaan. Of we het nu leuk vin­den of niet, wen­nen aan een zeer gestruc­tureerde lev­ensstijl, die weinig te maken heeft met de ver­fi­jnde en onder­ling ver­bon­den dynamiek van het leven, is schadelijk voor onszelf en anderen. 

Maar deze triple loop-feiten zijn moeil­ijk waar te nemen in een gestruc­tureerd wereld­beeld, waar alle infor­matie wordt gere­duceerd tot lin­eair oorzaak-en-gevol­gdenken. Waar ik gewend ben alleen te han­de­len als de veran­der­ing mijn sta­tis­che sta­tus direct bedreigt. We zouden ons eerlijk gezegd de vraag moeten stellen: wat is het effect geweest van het opleggen van een sta­tis­che men­tal­iteit op het dynamis­che inter­ac­tieve natu­urlijke sys­teem van onze planeet?

We hebben zo goed les gekre­gen, dat we het moeil­ijk vin­den om te leren. Les­geven is je laten accepteren en omgaan met de ‘feiten’, bijna altijd gep­re­sen­teerd in een sta­tis­tisch pakket dat streeft naar zek­er­heid, vei­ligheid en sta­biliteit. Het is de per­fecte ontwik­kel­ing van basis­be­hoeften. Les­geven heeft ons veel gebracht, het ver­groten van ken­nis door adap­tief begrip van welke tech­nolo­gie een hoogtepunt is. Maar het bedenkt natu­urlijk naar zijn eigen aard, probeert de dynamis­che realiteit bin­nen sta­tis­che dimen­sies en scher­men te bren­gen, en ver­won­dert zich ver­vol­gens over de onvoorziene effecten op het leven en de mensen. 

Vooruit­gang over een lange peri­ode is aangegeven door tech­nis­che inno­vatie om ons te helpen bloeien. We zien deze ontwik­kel­ing hand in hand gaan met het beheersen van onze basis­be­hoeften. Een peri­ode die ook wordt gedefinieerd door de schaduwkant van de tech­niek, wordt duidelijker naar­mate onze tech­nis­che ken­nis toe­neemt. Het is een typ­is­che basis­be­hoefte-gedreven over­tuig­ing dat de vol­gende gen­er­atie mensen of tech­nolo­gie de prob­le­men zal oplossen die de vorige gen­er­atie mensen en tech­nieken hebben gecreëerd. Ondanks het feit dat de laat­ste eeuwen juist het tegen­overgestelde hebben laten zien. Het is hoe we de toekomst zien: een pro­jec­tie van de opgeloste prob­le­men van van­daag in een moeit­eloos paradijs van plezier en per­soon­lijk welz­ijn. Dit geloof maakt het moeil­ijk om te accepteren dat onze pla­neet ons vraagt om onze kijk op het leven en de wereld als een aan­bieder van basis­be­hoeften te veranderen.

Tech­nolo­gie zou ons in de toekomst kun­nen bevri­j­den van de ver­plichtin­gen van de vervulling van basis­be­hoeften, op voor­waarde dat we het ver­menselijken. Tech­niek (in de zin die we het woord in de blog gebruik­ten) zelf kan ons nooit in de vol­gende fase van ons bestaan als mens bren­gen, welk ver­lan­gen, ver­lan­gen en fas­ci­natie we ook in onze instru­menten pro­jecteren, noch kan het de schaduwkant van dwang en verslaving.

We kun­nen beide doen, als we de dynamis­che vaardighe­den leren beheersen die we al hebben, op een veel actie­vere en bewus­tere manier. Deze vaardighe­den omvat­ten: bewustz­ijn van de impact van onze daden en niet-daden in het alge­meen (wat dra­gen we bij?), bewustz­ijn van de schoonheid van het even­wicht van het bestaan (hebben we gelijke­lijk gedeeld?), bewustz­ijn van de lev­ende ele­mentvor­men en struc­turen die we maken (geven ze kwaliteit van leven en leven?) en bewust­word­ing van gemak (geven ons han­de­len vri­jheid en begrip?). 

We moeten die vaardighe­den leren om klaar te zijn voor onze vol­gende taak: zor­gen voor de wereld en al het leven erop. 

In plaats van terug te gaan om zelf tweed­i­men­sion­ale wezens te wor­den, gevan­gen in oorzaak en gevolg, zouden we de stap moeten zetten om vierdi­men­sion­aal te wor­den: ver­bon­den, uitgedaagd, cre­atief en invloedrijk. De wereld is niet langer plat, het geeft ons al eeuwen­lang dried­i­men­sion­aal bewustz­ijn. Nu is het tijd om toe­gang te kri­j­gen tot een vierde dimen­sie: de toekomst. Verbinden met de toekomst is echter aan ons.